Hoe zij erbij stonden
waarin zij zich bevonden
Zij waren in de staat
Staan zij…, zij aan zij
naast en dicht bij elkaar
met zijn tweeën
zij waren ervoor
en gingen ervoor
niet altijd alleen
niet altijd druk en onrust
wegdromend in realiteit
’t weergaf gemoedsrust
Het mocht zijn
het was aan hun besteedt
Maatjes voor het leven
Tussen rumoerigheid in
de drukte van aller dag
bij elkaar en niet alleen
Groet Plantster