Alleen al jouw slagen
tuimelend in water
over de kop
’n wassende ’n verrassende
boven het water uit
Weer duikelend
als speels buitelend
Als handen uiteen geslagen
in je zelf geloven
boven het water vooruit
Is het krom in de bocht
als ik nu zeg
n Kopje onder
met zelfvertrouwen
Al raakte jij bedolven
in stroming der golven
toch weer kwam je boven
zich er door heen geslagen
trots zwem je verder
je laat het achter je rug
Groet Plantster