
soms zitten zij gemoedelijk
als nietsvermoedens
zich te warmen
van mij mag hij
laat hem maar
als kikker
ook te kwaken
in en bij het water
een kwaak concert
ze zijn er vrij in
zijn vrij daarin

met hun twee oogjes
net boven het water
met snelle duik
zijn ze onder
ze duiken onder
’t zijn onder duikertjes
‘n kijkje aan de waterkant
opeens hoor je plons plons
kregen ze jou in de gaten
soms …, dus niet altijd
soms blijven ze
zitten ze gemoedelijk
als nietsvermoedens
van mij mag hij
laat hem maar
Groet Plantster